Artikelomschrijving
Bij een SeaTalkng installatie loopt de backbonekabel als een ruggengraat door de lengte van het schip.
De individuele instrumenten worden vervolgens dmv een spurkabel, via T-stuk of 5-weg blokje verbonden met de backbone. Over de backbone wordt zowel voeding als data getransporteerd. De backbone mag een maximale lengte hebben van 200 meter in een systeem en dient zo aangelegd te worden dat de (spur) aansluiting naar de instrumenten zo kort mogelijk is: een spurkabel mag maximaal 5 meter zijn, de totale lengte van de spurkabels bij elkaar opgeteld in één systeem mag maximaal 30 meter zijn. Deze regel geldt voor SeaTalkng en voor NMEA2000 netwerken.