Onderdekse stuurautomaten
Onderdekse stuurautomaat Stuurautomaten, er is al heel veel over geschreven en men ziet vaak door de bomen het bos niet meer. Gelukkig is er een duidelijk onderscheid te maken tussen stuurautomaten onder en bovendek .
Wanneer een schip een waterverplaatsing van 7 ton of meer heeft is het verstandig om te kiezen voor een onderdekse stuurautomaat om te voorkomen dat het schip uit het roer loopt. Dit houdt een stuurautomaat in waarbij de drive, of stuurpomp, onderdeks wordt geplaatst en direct op het roer of stuursysteem aangrijpt. Doordat er vaak meer ruimte ónder de kuip dan in de kuip is, kan hier een zwaardere drive gemonteerd worden en is de stuur druk op het roer groter.
Deze grotere stuurkracht vraagt uiteraard ook meer stroom wat moet worden geleverd door de stuurcomputer waardoor hier ook de keuze wordt beïnvloedt. Merken zoals Raymarine, Garmin, B&G en Simrad hebben gelukkig duidelijke overzichten waarin makkelijk te zien is welke computer bij welk type drive past.
Een onderdekse stuurautomaat verschilt qua componenten verder nauwelijks van een bovendeks type:
Bedieningspaneel:
Zit over het algemeen in de buurt van het stuurwiel of helmstok. Het schip kan dan met de hand eerst op de juiste koers worden gelegd en daarna wordt de stuurautomaat met de ‘auto’ knop ingeschakeld. Verder kan met het paneel de voorliggende richting worden afgelezen, de stuurautomaat handmatig worden aangestuurd en op standby worden gezet zodat er weer met de hand gestuurd kan worden
Kompas:
leest de juiste voorliggende koers en verteld de stuurcomputer welke actie nodig is om de ingestelde koers te blijven sturen. Tegenwoordig zijn de meer uitgebreide automaten voorzien van een gyroscopisch kompas. Hiermee worden de bewegingen van het schip gemeten over meerdere assen waardoor de drive sneller kan reageren op een koersverandering. Dit zorgt voor een strakker stuurgedrag maar ook minder stroomverbruik.
Stuurcomputer:
verzamelt alle informatie en stuurt hiermee de drive in de juiste richting.
Uiteraard is er ook een ruime keuze in type drives die toegepast kan worden. Elk schip heeft zijn stuurinrichting en vraagt zo zijn eigen oplossing:
Lineair drive:
Een elektrisch bewogen arm, rechtstreeks op de roerkoning gemonteerd door middel van een kwadrant. Door de arm in of uit te schuiven wordt het roer bedient. Lijkt sterk op een helmstok automaat.
Hyraulische drive
Een hydraulische pomp die ín het aanwezige hydrauliek systeem wordt geplaatst. Het liefst via een by-pass zodat, mocht de pomp stuk gaan, er nog wel met de hand gestuurd kan worden. De hydrauliek pomp wordt door alleen een + en – draad aangesloten. Door de spanning ‘om te keren’ draait de pomp de ene of de andere kant op.
Hydraulisch linear drive
Lijkt qua model op een linear drive. Een in of uit schuivende arm rechtstreeks op de roerkoning. Deze arm wordt echter bedient door een eigen ‘mini’ hydrauliek systeem wat op de arm zit. De stuurcomputer stuurt de pulsen elektrisch naar de hydrauliek pomp waardoor er druk op wordt gebouwd. Hierdoor is deze drive ook vele malen sterker dan de elektrische versie
Solenoïd drive
Bepaalde stuurcomputers hebben ook de mogelijkheid om magneet kleppen, of solenoïdes, aan te sturen. Vaak zitten deze kleppen op een constant draaien hydrauliek pomp (constant running pump). Door continue druk op de hydrauliek te zetten kan er met de magneet kleppen gestuurd worden. Het voordeel van deze pomp is dat er een constante stroom gevraagd wordt ongeacht de weersomstandigheden. Het nadeel is uiteraard de constante stroom die wordt gevraagd en het geluid van een pomp die staat te draaien.
De waterverplaatsing en het stuursysteem van het schip zijn dus bepalend voor de keuze stuurautomaat. De meer bekende merken (Raymarine, B&G/Simrad en Garmin) voorzien allen in onderdekse stuurautomaten. Waar Raymarine en Garmin complete pakketten hebben kan er bij B&G/Simrad gekozen worden voor losse componenten.
Een stuurautomaat drive is hierin een vrij universeel onderdeel en kan vaak met meerdere merken overweg
Wanneer een schip een waterverplaatsing van 7 ton of meer heeft is het verstandig om te kiezen voor een onderdekse stuurautomaat om te voorkomen dat het schip uit het roer loopt. Dit houdt een stuurautomaat in waarbij de drive, of stuurpomp, onderdeks wordt geplaatst en direct op het roer of stuursysteem aangrijpt. Doordat er vaak meer ruimte ónder de kuip dan in de kuip is, kan hier een zwaardere drive gemonteerd worden en is de stuur druk op het roer groter.
Deze grotere stuurkracht vraagt uiteraard ook meer stroom wat moet worden geleverd door de stuurcomputer waardoor hier ook de keuze wordt beïnvloedt. Merken zoals Raymarine, Garmin, B&G en Simrad hebben gelukkig duidelijke overzichten waarin makkelijk te zien is welke computer bij welk type drive past.
Een onderdekse stuurautomaat verschilt qua componenten verder nauwelijks van een bovendeks type:
Bedieningspaneel:
Zit over het algemeen in de buurt van het stuurwiel of helmstok. Het schip kan dan met de hand eerst op de juiste koers worden gelegd en daarna wordt de stuurautomaat met de ‘auto’ knop ingeschakeld. Verder kan met het paneel de voorliggende richting worden afgelezen, de stuurautomaat handmatig worden aangestuurd en op standby worden gezet zodat er weer met de hand gestuurd kan worden
Kompas:
leest de juiste voorliggende koers en verteld de stuurcomputer welke actie nodig is om de ingestelde koers te blijven sturen. Tegenwoordig zijn de meer uitgebreide automaten voorzien van een gyroscopisch kompas. Hiermee worden de bewegingen van het schip gemeten over meerdere assen waardoor de drive sneller kan reageren op een koersverandering. Dit zorgt voor een strakker stuurgedrag maar ook minder stroomverbruik.
Stuurcomputer:
verzamelt alle informatie en stuurt hiermee de drive in de juiste richting.
Uiteraard is er ook een ruime keuze in type drives die toegepast kan worden. Elk schip heeft zijn stuurinrichting en vraagt zo zijn eigen oplossing:
Lineair drive:
Een elektrisch bewogen arm, rechtstreeks op de roerkoning gemonteerd door middel van een kwadrant. Door de arm in of uit te schuiven wordt het roer bedient. Lijkt sterk op een helmstok automaat.
Hyraulische drive
Een hydraulische pomp die ín het aanwezige hydrauliek systeem wordt geplaatst. Het liefst via een by-pass zodat, mocht de pomp stuk gaan, er nog wel met de hand gestuurd kan worden. De hydrauliek pomp wordt door alleen een + en – draad aangesloten. Door de spanning ‘om te keren’ draait de pomp de ene of de andere kant op.
Hydraulisch linear drive
Lijkt qua model op een linear drive. Een in of uit schuivende arm rechtstreeks op de roerkoning. Deze arm wordt echter bedient door een eigen ‘mini’ hydrauliek systeem wat op de arm zit. De stuurcomputer stuurt de pulsen elektrisch naar de hydrauliek pomp waardoor er druk op wordt gebouwd. Hierdoor is deze drive ook vele malen sterker dan de elektrische versie
Solenoïd drive
Bepaalde stuurcomputers hebben ook de mogelijkheid om magneet kleppen, of solenoïdes, aan te sturen. Vaak zitten deze kleppen op een constant draaien hydrauliek pomp (constant running pump). Door continue druk op de hydrauliek te zetten kan er met de magneet kleppen gestuurd worden. Het voordeel van deze pomp is dat er een constante stroom gevraagd wordt ongeacht de weersomstandigheden. Het nadeel is uiteraard de constante stroom die wordt gevraagd en het geluid van een pomp die staat te draaien.
De waterverplaatsing en het stuursysteem van het schip zijn dus bepalend voor de keuze stuurautomaat. De meer bekende merken (Raymarine, B&G/Simrad en Garmin) voorzien allen in onderdekse stuurautomaten. Waar Raymarine en Garmin complete pakketten hebben kan er bij B&G/Simrad gekozen worden voor losse componenten.
Een stuurautomaat drive is hierin een vrij universeel onderdeel en kan vaak met meerdere merken overweg